Dit doen we bijvoorbeeld middels interviews, het in kaart brengen van hun dagelijks leven en door contact met hulpverleners en instanties. We proberen te doorgronden wat zij ervaren en krijgen zo grip op de context van het probleem. In brainstormsessies denken kinderen, jongeren en ouders mee over een oplossingsrichting die bij hen past. Later in het proces ontwikkelen we een prototype van de oplossing, die laten we door hen testen om te leren hoe we de innovatie optimaal op hun behoeftes kunnen laten aansluiten.

We werken samen met gemeenten die problemen in de kern willen aanpakken en jeugdhulpinstellingen die zichzelf overbodig durven te wensen. Met bedrijven die maatschappelijke impact willen creëren, zoals de schuldeisers die het Monniefest tekenden. Met onderwijsinstanties die open staan voor het implementeren van innovaties om hun leerlingen te helpen. En natuurlijk samen met de jongeren zelf.

We onderscheiden in de basis drie fases die we in een iteratief proces doorlopen. In de onderzoeksfase onderzoeken we de doelgroep, de vraag en problemen die aan de vraag ten grondslag liggen. Op die manier kunnen we ons inleven in hun belevingswereld, begrijpen we hun ervaringen en krijgen we vat op de context van het probleem. In de hieropvolgende conceptfase gaan we aan de slag met het bedenken van oplossingen. We denken samen met verschillende experts buiten de gebaande paden om tot zoveel mogelijk verschillende en vernieuwende ideeën te komen.

Tot slot werken we toe naar één passende, gevalideerde oplossing. Daarvoor combineren we de werkzame elementen uit verschillende ideeën en maken we prototypes, waarmee we samen met de doelgroep onze aannames kunnen testen. Deze stappen herhalen we tot we een oplossing hebben ontwikkeld voor het probleem, die goed aansluit bij alle betrokkenen.